
Gebruiksaanwijzing
17
Oven in- en uitschakelen
0 1. Druk voor het gebruik eventueel op de schakelaar “Ovenfuncties” en
“Temperatuurkeuze”.
De schakelaars staan in uitgetrokken stand.
2. Stel de gewenste functie in door de schakelaar “Ovenfuncties” te
draaien.
De funcie-indicatie geeft het symbool voor de gekozen functie aan.
3. Stel de temperatuur in door de schakelaar “Temperatuurkeuze” te
draaien.
De temperatuurindicatie geeft de geselecteerde temperatuur aan.
Het bedrijfscontrolelampje brandt, zolang de oven of de kookzones in
bedrijf zijn.
Het temperatuurcontrolelampje brandt, zolang de oven aan het opwar-
men is. Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, gaat het temperat-
uurcontrolelampje uit.
4. Draai de schakelaar “Ovenfuncties” en de schakelaar “Temperat-
uurkeuze” op de nulstand om de oven uit te schakelen.
5. Druk op de schakelaar om hem te laten verzinken.
Kommentare zu diesen Handbüchern